Goden die de godsdienst kent.

Binnen het hindoeïsme bestaan veel verschillende stromingen. Er zijn hindoes die monotheïstisch zijn, hindoes die polytheïstisch zijn en hindoes die monistisch zijn. De monotheïsten zien elke 'god' als facet van de ene God. De monisten geloven dat God en de ziel één zijn.

Er zijn diverse filosofieën te vinden binnen het hindoeïsme. Zo vallen te onderscheiden:

  • Aprapattivada: afwijzing van filosofische speculatie door Heer Shiva. Geen ondersteuning van viprapattivada, noch van prapattivada.
  • Samkhya : oudste filosofie van Maharshi Kapila vlak voor de komst van Krishna; God is Janya Ishvara, maar Prakrti (Uitvoerend Principe) bestuurt de schepping; Purusha (Bewustzijn) is slechts de katalysator (passief); de vele individuele purusha's zijn geen reflectie van de Kosmische Purusha (dualisme).
  • Prapattivada: onuitgesproken, maar gesteund door de acties en het gedrag van Heer Krishna en te vinden in de veel latere Bhagavata Shastra; prapatti betekent volledige overgave aan de Kosmische wil, zoals gevonden in het Vaishnavisme.
  • Viprapattivada: tegenovergestelde these van prapattivada.
  • Vishuddha Advaetavada (non-dualisme) of Uttara Miimamsa Darshana: van Vadarayana Vyasa (lang na Krishna) en later verder ontwikkeld door Shankaracharya met zijn Mayavada (90%): alleen Brahma is werkelijkheid; de schepping (jagat) is vals of illusionair; alle jiiva's (microkosmossen) zijn Brahma; het lijkt of dingen gebeuren, maar in werkelijkheid is dit alles (het spel van) Maya. De Shunyavada (de ultieme werkelijkheid is leegte) van het boeddhisme lijkt hier wel wat op.
  • Vishishtadvaetavada: de wereld is niet gelijk aan Maya en Parama Purusha is het centrum van het universum. Mahavishnuvada: Godheid Mahavishnu zit in het centrum van en bestuurt de Kosmos; de jiivas zijn "vonk-uitdrukkingen", als vonken komen zij uit Hem voort, maar de vonken keren niet terug naar hun oorsprong.
  • Dvaetavada (dualisme): er zijn jiiva's (microkosmossen) en er is een Hoogste Controlerende Kern (Macrokosmos); jiiva's kunnen alleen door devotie richting Macrokosmos gaan (niet door daden of kennis); hoe dichter bij die Kern, hoe meer de jiiva daar op gaat lijken (radha gaat op Krishna lijken); daden of kennis dienen slechts om de devotie groter te maken, maar de jiiva blijft altijd gescheiden van Parama Purusha (Krishna).
  • Dvaetadvaetavada (dualistisch non-dualisme): door sadhana komt de aanvankelijk gescheiden jiiva zo dicht bij Parama Purusha dat hij er in opgaat als suiker in water; de wereld is een relatieve werkelijkheid die niet ontkend kan worden; onduidelijk blijft waar de jiiva's vandaan komen.
  • Advaetadvaetadvaetavada (non-dualistisch dualistisch non-dualisme): zelfde als Dvaetadvaetavada maar de jiiva's (individuen) komen nu ook voort uit Parama Purusha (Kosmisch Bewustzijn).

Maak jouw eigen website met JouwWeb